Ouderenterreur?

Elke donderdagmiddag maak ik haar blij met een bezoekje. We drinken thee, eten een slof koekjes en ze verteld me over vroeger. Over de vreselijke horror oorlog die ze heeft meegemaakt en over de mooie tijd van wederopbouw die daarop volgde.

Mijn oma.

Ik hang aan haar lippen en geniet van alle verhalen die ze me verteld. Ik zie dat ze met weemoed terug denkt aan de tijd dat alles “beter” was dan nu. De tijd dat kinderen nog respect hadden voor hun ouders en onbeleefdheid absoluut niet werd getolereerd.

“Tja…”, zegt ze dan. En ik weet wat er komt. “…. De jeugd van tegenwoordig….”. Met een zucht geef ik haar gelijk. Ik zie het om me heen en heb met regelmaat plaatsvervangende schaamte voor mijn leeftijdgenoten en de daaropvolgende generaties.

Nee, ik ben geen heilig boontje, maar laten we eerlijk zijn. De fatsoensnormen zijn niet meer wat het geweest is.

Als we het over moreel besef hebben zegt iedereen altijd op te staan voor ouderen in de bus of trein. Maar in de praktijk is er vaak geen plek voor ze om te zitten. We helpen altijd anderen in nood. Maar toen mijn man vorig jaar midden in de stad buiten bewust zijn raakte op een drukke parkeerplaats, lag hij er een uur later nog en liep men met een boog om hem heen.

Dus ik snap wat mijn oma bedoeld. We keuvelen nog wat verder en twee lauwe, te sterke kopjes thee later, kus ik mijn oma op haar bleke rimpelige wangen en vertrek. Al fietsend door de stad denk ik aan wat ze zei en hoe het zover heeft kunnen komen dat onze generatie zo is veranderd.

Tijdens deze fietstocht zie ik een ouder echtpaar op de fiets twijfelend op een kruising afkomen. Ze kijken zoekend om zich heen. Ik heb voorrang, maar ben bang dat ze me niet zien, dus rem af en laat ze voorgaan. Tot mijn grote verbazing roept meneer mij na: “fiets toch door mens!”. Compleet in shock en niet in staat te reageren zet ik kracht bij op de pedalen. Hè? Heb ik dat nou goed gehoord?

Met zweetpareltjes op mijn voorhoofd kom ik aan bij de supermarkt. In gedachte verzonken stal ik mijn fiets in de rekken. Nou eigenlijk, naast de rekken, want de rekken worden gebarricadeerd door een groepje ouderen in hun scootmobielen. Door een gordijn van sigarettenrook bereik ik de ingang van de winkel.

Ik kan de gedachte niet onderdrukken dat ik dit niet heel netjes vind. Maar goed, ieder zijn hobby, dus hup “doe waarvoor je hier gekomen bent meid, je boodschappen”.

In een sneltreinvaart ren ik met mijn mandje op wielen door de buurtsuper en verzamel in een handomdraai ons diner en dat van de kat. Er staat een flinke rij en opnieuw verneem ik een lichte irritatie. Deze keer omdat ik “mijn eigen” generatie aanschouw, terwijl ze bijzonder druk, met z’n drietjes, de gebeurtenissen van de man van de vriendin van de buurvrouw aan het bespreken zijn, in plaats van het openen van een extra kassa.

Opnieuw roep ik mezelf tot de orde. Kom op, je hebt alle tijd, maak je niet zo druk. Adem in, adem uit….

Mediteren begint net een nieuwe dimensie te krijgen als ik bruut op mijn hakken wordt gereden met een winkelwagen. Geschrokken kijk ik achterom en zie mijn achterbuurvrouw druk in gesprek met haar partner in crime. Hun pas gepermanente grijze pruikjes verraden dat ze waarschijnlijk net de hele middag bij dezelfde kapper hebben gezeten.

Ze kijken me aan met een blik van “wat moet je”. Ik kies er voor niets te zeggen, het zal wel niet expres gebeurd zijn en “sorry” heb ik vast gewoon niet gehoord, maar is vast gezegd.

Terwijl ik druk was met het ongelovig aanstaren van mijn achterbuurvrouwen is het me volledig ontgaan dat ik van rechts gepasseerd ben door een “convoi exeptionel”. Een mevrouw, wiens rook ik enkele minuten eerder had moeten trotseren, is zonder een woord te zeggen een plaats voor mij gaan staan in de rij.

Ik kijk om me heen naar alle hoeken van de winkel. You must be kidding me! Oké, waar hangen die camera’s. Dit moet een Bananasplit grap zijn toch?

De mevrouw draait zich naar me om en krijst: “Ja ik ga even voor hoor, ik heb niet zoveel als jij!”

Ik ben oprecht met stomheid geslagen. Na me al die keren stil gehouden te hebben, houd ik me niet meer in.

“Nou mevrouw, ik geloof dat u niet het recht heeft om dat te beslissen. Ik stond hier eerder en ik beslis graag zelf wie ik wel of niet voor laat gaan.”

Achter mij hoor ik de beide dames zeggen: “Pfffff, de jeugd van tegenwoordig!”

Over de schrijver
Hoi ik ben Lize en ik ben het gezicht achter VriendinnenOnline. Het concept is opgezet voor vrouwen om laagdrempelig nieuwe vriendinnen te leren kennen. Ik schrijf en spreek veel over het onderwerp ‘vriendschappen’, een prachtig thema dat ik graag onder de aandacht breng!
Reactie plaatsen

Zoek jij nieuwe vriendinnen bij jou in de buurt?